Er is ook al een uitspraak geweest van de rechter

De coronacrisis en de getroffen overheidsmaatregelen hebben geleid tot een fundamentele verstoring van het evenwicht in de huurovereenkomst. Deze omstandigheden zijn naar het oordeel van de kantonrechter van dien aard dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is te achten dat de verhuurder een ongewijzigde instandhouding van de huurovereenkomst zou mogen verlangen. Om één en ander weer in balans te brengen weegt enerzijds mee dat de verhuurder het gehuurde weliswaar feitelijk beschikbaar kan stellen aan de huurder , maar dat deze beschikbaarstelling voor hen iedere zin heeft verloren, omdat het gehuurde niet, althans niet naar volle omvang, geëxploiteerd kan worden. Anderzijds is het onder de gegeven omstandigheden evenmin redelijk om de betalingsverplichting van huurder te matigen tot nihil vanwege deze omstandigheden. Nu huurder en verhuurder geen verwijt kan worden gemaakt aan het ontstaan van de onvoorziene omstandigheden, ligt het in beginsel voor de hand om het financiële nadeel van de overheidmaatregelen tussen partijen te verdelen.

De kantonrechter heeft beslist dat de gevolgen van de coronacrisis gelijkelijk over partijen verdeeld worden gedurende de periode waarin de huurder de exploitatie van het café geheel heeft moeten staken. De kantonrechter heeft bepaald dat de huurder 50 % van de huurprijs verschuldigd is over de periode van 15 maart 2020 tot en met 31 mei 2020 en in de periode vanaf 15 oktober 2020 tot en met het moment dat de sluitingsmaatregel eindigen zal. In de periode van beperkte opening is een vermindering van de huurprijs met 25 % gerechtvaardigd. De huurovereenkomst wordt op deze manier (tijdelijk) gewijzigd.

Vorige
Vorige

Lockdown kan leiden tot forse huurverlaging voor Horecaondernemers en winkeliers !

Volgende
Volgende

Bestuurdersaansprakelijkheid: onterecht beslag voorkomen